In den beginne was er het woord. Hoe wisten we anders dat er licht was? Het is een boutade, maar wel een die hout snijdt, als met een pasgeslepen Zwitsers zakmes. Zonder woorden geen dingen of begrippen, maar één grijze brei. Woorden bakenen af, belichten, omhelzen, sluiten uit. Een welgemikt woord zet aan tot nadenken óf tot actie. Het verandert het perspectief, en wekt begrip, respect of woede op.
Tijdens de Week van het Nederlands zoomt De Standaard in op de kracht van taal, en dan vooral op taal die de ogen opent, mensen omarmt, of ze ergens toe beweegt. Op onze site hielden we een lezersoproep: in wie brandde een pleidooi voor of tegen een (al dan niet inclusief) woord? De oogst: we kregen veel verfrissende voorstellen toegestuurd, heel wat lezers struikelden over de kwestie wit vs. blank, en ten slotte toonde de oproep vooral dat inclusiviteit – contradictorisch genoeg – vaak erg persoonlijk is: een woord dat de ene van de tong rolt, staat op de ‘most wanted’-lijst van de ander. We selecteerden voor u zes reacties.
En de krant maakte speciaal voor de Week ook een test rond dit thema om te checken hoe inclusief uw taalgebruik is. Welke woorden neemt u probleemloos in de mond en over welke woorden hangt er een rode vlag? Neem nu ‘woke’, een woord met een lontje. Op het eind van de test vind je ook ook een opiniepeiling rond het woord woke én rond inclusief taalgebruik.
Resultaten van test en peiling vindt u hier.